top of page

​​Prognatisme

De hond heeft een carnivoren gebit. Dat betekent dat het gebit geschikt is om een prooi mee te vangen en te verscheuren. De sterke hoektanden vervullen een belangrijke functie bij het vangen van de prooi, de grote knipkiezen bij het verscheuren ervan.​ ​​Wat verscheurd is word in grote brokken genuttigd: het beweegt op en neer. De tanden en kiezen van een omnivoor of herbivoor daarentegen bewegen juist heen en weer of in 'rondjes', geschikt voor het vermalen van voer.

​​

Puppies worden tandeloos geboren. De eerste elementen van het melkgebit komen 2-4 weken na de geboorte door. Zie hieronder wanneer tanden en kiezen voor het eerst doorkomen en op welke leeftijd het melkgebit gaat wisselen voor het blijvende gebit.

Het blijvende gebit begint zich verder te ontwikkelen op het moment dat de kaken gegroeid zijn; de elementen van het blijvende gebit zijn namelijk een stuk groter dan het melkgebit. Door de groei van de blijvende elementen worden de wortels van het melkgebit geresorbeerd en valt het melkgebit uiteindelijk uit.

Schaargebit:

De bovensnijtanden vallen iets voor de

ondersnijtanden waarbij de ondersnijtanden met hun

top de achterzijde van de bovensnijtanden raken.

Men spreekt van een scharende beet en van een

schaargebit.

Tanggebit:

Bij het tanggebit staan de snijtanden van boven

​en onderkaak recht op elkaar. Bij sommige rassen

als een fout beschouwd, bij andere getolereerd. Bij

oudere honden kan doordat de snijtanden afslijten

een schaarbeet veranderen in een tangbeet.

Een tangbeet is niet te behandelen met beugels.

Open beet:

Bij het sluiten van de bek blijft er ruimte tussen de boven

​en ondersnijtanden. Is eventueel te

behandel en door iets van de kiezen af te slijpen.

Bovenvoorbeet en ondervoorbeet:

De bovenvoorbeet wordt ook wel snoekbek genoemd. De bovenstesnijtanden staan te ver voor de onderste. Oorzaak is een te korte onderkaak.

 

De ondervoorbeet heet ook wel varkensbek. De onderste snijtanden staan voor de bovenste. Oorzaak is een te korte bovenkaak, zoals veel voorkomt bij dieren met een afgeplat gezicht met korte neus (bulldog, boxers).

​Een Ca de Bou heeft een onderbeet maar deze mag niet meer dan 1 cm bedragen.

​Hoewel het aannemelijk lijkt dat beide afwijkingen erfelijk

zijn, is dit nooit wetenschappelijk bewezen.

 

Genetisch worden onderkaak en bovenkaak los van elkaar aangelegd.

 

bottom of page